VNG Magazine nummer 2, 18 februari 2022

Tekst: Marten Muskee | Beeld: Rob Engelaar/ANP

Niets van wat er in een stad gebeurt en in het rioolwater terechtkomt, ontsnapt aan de aandacht van onderzoekers. Big brown data geldt als gezondheidsspiegel van de samenleving. De gegevens bieden ook gemeenten een schat aan informatie.
 

Rioolwateronderzoek Den Bosch

Of het nu gaat om medicijn-, drank- en drugsgebruik of om tumormarkers, voedingsgewoonten, roken en gevaarlijke stoffen, alles is detecteerbaar. Rioolwateronderzoek biedt een schat aan informatie waarmee gemeenten op stads- of wijkniveau hun nodige voordeel kunnen doen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het Nationaal Preventieakkoord.
Het ministerie van VWS, het RIVM en de waterschappen sloten vorig jaar een bestuursovereenkomst tot langjarig rioolwateronderzoek. De succesvolle onderzoeken naar sporen van het coronavirus in het water stonden mede aan de wieg van de overeenkomst. De partijen gaan samen met waterlaboratoria en kennisinstelling STOWA het rioolwater landelijk intensief en breed monitoren. Rioolwateronderzoek naar coronavirusdeeltjes vindt intussen bij alle 313 rioolwaterzuiveringsinstallaties plaats, bij de meeste al meerdere keren per week.
Imke Leenen werkt als microbioloog en procestechnoloog voor de Unie van Waterschappen, waar ze het onderzoeksprogramma coördineert, en voor STOWA, het kenniscentrum van de waterschappen. Wat haar betreft is de potentie van rioolwateronderzoek zeer groot. In het riool komt alles samen van wat zich in de steden afspeelt. Bijkomend voordeel: er zijn geen inwoners nodig om te onderzoeken wat er in de leefomgeving gebeurt. ‘Niet iedereen gaat naar de teststraat, maar wel naar de wc’, zegt Leenen. ‘Dat geeft ons de mogelijkheid onafhankelijk van de stad of inwoners onderzoek te doen, waarbij het wel erg belangrijk is om inwoners goed erbij te betrekken. Covid-19 is in het rioolwater terug te vinden, evenals allerlei andere stoffen die iets zeggen over de gezondheid of over het milieu.’

Uniek
Rioolwateronderzoek bestaat al langer. Het RIVM bijvoorbeeld doet onderzoek naar polio en er waren pilots die kijken naar antibioticaresistentie. Nieuw is dat deze vorm van onderzoek door veel meer partijen wordt omarmd. Ook nieuw is de omslag van kortdurende onderzoeken naar een beleidsondersteunende insteek, waarbij wordt onderzocht wat big brown data kan betekenen voor bijvoorbeeld preventie. ‘We trekken de grote broek aan nu we heel Nederland in beeld hebben. Dit samenwerkingsverband is uniek in de wereld, zeker op deze schaal. Er is internationaal veel belangstelling voor, we zijn een voorbeeld voor veel landen.’
Leenen beschouwt rioolwater als een volksgezondheidsmonitor. Er kan heel veel informatie uitgehaald worden, waarbij het wel de vraag is of de overheid dat ethisch gezien ook allemaal moet willen. In het kader van preventie zijn metingen goed, waarbij het wel afhangt van welke parameters onder de loep worden genomen. ‘Heb je het over het opsporen van nieuwe ziekteverwekkers, obesitas of kankermarkers of over roken, drugs- of alcoholgebruik? Dat laatste ligt veel gevoeliger.’
Daarbij speelt ook de vraag op welk niveau het onderzoek plaatsvindt. Het corona-onderzoek vindt plaats op rioolwaterzuiveringsniveau. Dat leidt niet tot privacydiscussie. Dat is anders bij gezondheidsonderzoek op stads- of wijkniveau. Belangrijke vragen daarbij zijn of het onderzoek bruikbare informatie oplevert, en wat er vervolgens met die data gedaan kan worden. Leenen: ‘Je moet niet meten om het meten. Het riool is een mooie graadmeter om te kijken of de maatregelen in het kader van het Nationaal Preventieakkoord hun vruchten afwerpen.’

Gezonde levensstijl
Lokale overheden promoten een gezonde levensstijl, willen obesitas terugdringen en mensen meer laten bewegen. Een gemeente kan via rioolwateronderzoek het beleid monitoren. De driehoek VWS, RIVM en waterschappen neemt momenteel contact op met onder meer de GGD’en en veiligheidsregio’s om de behoeften te inventariseren waarmee pilots gedraaid kunnen worden. De onderzoekers doen dat in beginsel liever met veel steden tegelijk. Dat levert meer data, dus vergelijkingsmateriaal op. Zo wordt duidelijk welke maatregelen wel of niet werken en kunnen gemeenten elkaar ondersteunen.
Leenen verwacht dat in de toekomst een verzoek tot rioolwateronderzoek vanuit een GGD en/of VWS komt. In de sporadische gevallen dat een wethouder dit verzoek doet (via een GGD), zou het kunnen gaan om onderzoek naar de effecten van het preventieakkoord, of naar residuen van drugsproductie of afbraakproducten van drugsgebruik. ‘Denk van tevoren wel goed na wat meting betekent voor de inwoners. Kan er onrust ontstaat en wat kunnen anderen met de data doen? De onderzoeken die de waterschappen doen zijn namelijk openbaar. Dat soort vragen moeten het programma echter niet verstarren, er is veel mogelijk.’

Wijkonderzoek in Oss
Het waterschap Aa en Maas werkt aan de ontwikkeling van vitale omgevingen. Dat doet het samen met het Vital Zone Instituut en andere partijen, waaronder gemeenten. Vitale omgevingen zijn plekken waar mensen gezond en gelukkig leven en werken. In 2018 werd het thema Gezond Water opgepakt, samen met Oss. Doel van de pilot was om in een wijk met 15.000 inwoners de bron aan te pakken voor medicijnresten en andere microverontreinigingen in het afvalwater, door in te zetten op het voorkomen van leefstijl- en omgevingsgebonden ziektes.
Programmamanager Marlies Kampschreur van het waterschap vertelt dat de initiatieven deels gebaseerd zijn op de bestaande blauwe zones, afgebakende gebieden waarvan de bevolking een specifieke levensstijl en leefomgeving deelt en waar de mensen meetbaar langer leven. ‘De vital zone-initiatieven onderzoeken of je in al bestaande situaties de omstandigheden zo kunt veranderen, dat ook daar een grote mate van gezondheid en duurzaamheid ontstaat. Rioolwater is een interessante spiegel van de gezondheid van een wijk. Daaruit valt ook op te maken of het gezondheidsbeleid van een gemeente effect heeft.’

Niet iedereen gaat naar de teststaat, maar wel naar de wc

Duidingsslag
De resultaten van de metingen naar medicijnresten zijn eerst bekeken met experts als apothekers en een huisarts. Zij konden duiden wat er nou precies was aangetroffen, of dat bij het heersende beeld past en wat er met de informatie mogelijk was. Na die eerste interpretatieslag hebben de initiatiefnemers met mensen van het sociaal en fysieke domein die actief zijn in de wijk, een verdere duidingsslag gemaakt.
‘Dat bleek superinteressant’, aldus Kampschreur, ‘want daar merkten we dat deze manier van werken vernieuwend is. De vertaling van de onderzoeksresultaten met mensen van de gemeente en zorg­instellingen leverde geheel andere gesprekken op dan die meestal plaatsvinden. Iedereen is vanuit zijn gescheiden domein aan het werk en vaak bezig met symptoombestrijding. Deze onafhankelijke metingen kijken een laagje dieper en geven nieuwe kansen om het gesprek over de problematiek aan te gaan.’
De onderzoekers vonden hogere concentraties metformine, een diabetesmedicijn. Het zijn trage processen om de hoeveelheid medicijnen omlaag te krijgen bij diabetespatiënten. ‘Dit soort interventies vraagt om een lange adem. Dat moet je dan ook langer monitoren via het rioolwater.’ Ook werd oxazepam aangetroffen, een rustgevend middel dat een indicatie is voor stress onder de wijkbewoners. Verder troffen de onderzoekers relatief veel sporen aan van het pijnbestrijdingsmiddel diclofenac. Ook dat kan bij de bron worden aangepakt. ‘Inwoners kunnen bijvoorbeeld gewrichtspijn hebben door overgewicht. Maar diclofenac zit ook veel in gels die worden gebruikt terwijl dat niet altijd nodig is. Door daar betere voorlichting over te geven, raakt het water mindert vervuild met medicijnresten. Dat scheelt veel zuiveringswerk.’

Een heldere boodschap
Kampschreur hamert op het belang van een heldere boodschap en het goed betrekken van inwoners. Wordt er gemeten vanuit de invalshoek waterkwaliteit of vanuit de volksgezondheid? ‘Dat kan verwarrend zijn voor de inwoners. Die vragen zich af of waterkwaliteit wel hun probleem is. Het gaat echter ook om solidariteit met toekomstige generaties, en het bewustzijn dat medicijnresten schadelijk zijn voor de natuur. Diclofenac is erg giftig voor vissen en de waarden in het oppervlaktewater zijn nu al te hoog. Het mooist is als het leidt tot zowel verbetering van de volksgezondheid als van de waterkwaliteit.’
De gemeente wist natuurlijk al wel dat armoede een belangrijk thema is in de pilotwijk in Oss, en dat de beschikbaarheid van ongezonde voeding daar groter is. De uitkomsten van het onderzoek gaven extra duiding. Het Vital Zone Instituut vond het belangrijk om het daar niet bij te laten. Het gaat niet alleen om het meten en de analyse, maar juist ook om het handelingsperspectief. ‘Het instituut werkte mee aan een dag van de vitaliteit, waar bewoners individueel heen konden voor voorlichting en persoonlijke gesprekken. Dit vraagt om een langjarige aanpak waarbij je samen met gebiedseigenaren zoals gemeenten optrekt. Het preventieakkoord vormt een mooie aanleiding.’