VNG Magazine nummer 2, 18 februari 2022

In allerlei rapporten lezen we dat de capaciteit van raadsleden en wethouders tekortschiet. Zicht houden op regionale samenwerkingen? Te moeilijk. Deals met private ontwikkelaars doorgronden? Te specialistisch. Kennisnemen van rekenkamerrapporten? Geen tijd voor. Langsgaan in de wijk? Ik wou dat het kon…

Raadsleden hebben structureel te weinig tijd om hun werk goed te doen. Voor wethouders is het niet veel beter. Gek is dat niet. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor ingewikkelde vraagstukken, waarvoor intuïtie en goede wil niet genoeg zijn: energietransitie, sociaal domein, de Omgevingswet, een ingewikkelde woningbouwopgave et cetera. En behalve ingewikkeld is het ook veel. Dan hebben ze nog deelnemingen, die specifieke kennis van financiële stromen vereisen. Ze doen mee in interbestuurlijke samenwerkingsverbanden, die je alleen na intensieve studie kunt begrijpen. Om over alle rekenkamerrapporten nog maar te zwijgen.

Tot zover niets verrassends. Het kost tijd om te snappen wat er in regionale samenwerkingen en deelnemingen gebeurt, of om ter plaatse te zijn en ­kennis te nemen van wat in buurten speelt. Zo komt in het hart van de lokale ­democratie iedereen tijd en kunde tekort. Raadsleden kunnen veel, maar niet alles. Wethouders zijn van goede wil, maar na 24 uur is hun dag op. En dan ligt er nog een stapeltje stukken voor morgen.


Zorg juist voor meer capaciteit en hulptroepen

Zo levert het opzichtig bezuinigen op de eigen capaciteit kwaliteitsverlies voor inwoners op. Besparen kost geld. Zorg juist voor meer capaciteit en ­hulptroepen. Investeer in krachtige griffies, geef fracties vouchers voor externe deskundigheid en zorg voor toegang tot ambtelijke ondersteuning voor toelichtende vragen. Betaal raadsleden beter, zodat ze tijd kunnen vrijspelen. Help de gemeenteraad met hulpgroepjes van burgers die als deskundigen meelezen met raadsstukken. Dat levert winst op. De kosten van slecht voorbereide besluiten of onhandige contracten met projectontwikkelaars zijn vele malen hoger.

Ook het college mag een ruimer jasje aantrekken. Gemeenten gebruiken bijna nergens het volgens de wet toegestane aantal wethouders. Ze willen na de verkiezingen de schijn van spilzucht voorkomen. Maar een ruim bemeten college kan zijn taken beter aan. Dan hebben wethouders tijd om kennis te nemen van wat er bij mensen speelt. Kunnen ze zich verdiepen, de regio ingaan, de gemeenteraad goed bedienen en ambtenaren goed aansturen. Allemaal dingen waarvoor een college is aangesteld, maar wat tijdsgebrek bemoeilijkt. Laat de onzinnige besparingsdrift op het aantal wethouders daarom vallen en gun inwoners een college op sterkte. De wet staat het toe en de stad verdient het.

Een krachtige lokale democratie begint bij voldoende capaciteit. Gemeenteraden van Nederland, gun inwoners een ruim bemeten college en een goed gefaciliteerde raad. Het zal de gemeenschap goed doen.

Martijn van der Steen, co-decaan NSOB en bijzonder hoogleraar EUR, steen@nsob.nl, @martijnvdsteen