Gemeenten kunnen belastingen heffen van niet-inwoners die voor kortere of langere tijd in de gemeente verblijven en daarbij gebruik maken van de gemeentelijke voorzieningen via de toeristenbelasting en de forensenbelasting.

De heffing van toeristenbelasting is gericht op kortstondig verblijf; de forensenbelasting op degenen die voor langere tijd kunnen beschikken over een nachtverblijf of een gemeubileerde woning in de gemeente.

De toeristenbelasting wordt geheven van degene die gelegenheid biedt tot verblijf (de ondernemer), maar het is uiteindelijk de gast van buiten de gemeente die de belasting betaalt. De ondernemer mag de belasting namelijk doorberekenen aan zijn gasten. De forensenbelasting wordt direct geheven van de niet-ingezetene die de beschikking heeft over een gemeubileerde woonruimte.

Hoewel de toeristische belastingen niet tot de omvangrijkste heffingen horen, zijn de inkomsten van deze belastingen vooral voor recreatief-toeristische gemeenten van wezenlijk belang. De inkomsten zijn in enkele gemeenten zelfs groter dan de opbrengsten van de OZB.
De inkomsten uit de toeristische heffingen vallen toe aan de algemene middelen van de gemeente. Dat betekent dat de inkomsten geen vooraf bepaald bestemmingsdoel hebben maar dat de gemeenteraad bepaalt waarvoor de opbrengsten uit deze belastingen worden ingezet.

Verschillende toeristenbelastingen 

Toeristenbelasting

De toeristenbelasting kan worden geheven zodra niet-ingezetenen verblijf houden in de gemeente. Het begrip 'verblijf' is veelomvattend. Naast overnachtingen in hotels of op campings, kan ook worden gedacht aan het verblijf op het strand of het rondvaren op gemeentewateren. Wel moet het verblijf ter plekke een doel op zich zijn. De rechter vond bijvoorbeeld de aanwezigheid van transitpassagiers op Schiphol geen verblijf in de zin van de toeristenbelasting.

Om de belastingheffing uitvoerbaar te houden, verbindt de modelverordening van de VNG aan het verblijf de voorwaarde van een vorm van betaling. Daardoor is de logeerpartij van een kleinkind bij oma niet belast, maar de overnachting in een hotel wel.

De naam toeristenbelasting leidt vaak tot misverstanden. De belasting wordt immers geheven over het verblijf door niet-ingezetenen. Hierdoor leidt niet alleen toeristisch verblijf tot belastingheffing, maar ook het verblijf om andere redenen, zoals zakenreizigers en arbeidsmigranten die niet als woonachtig in de gemeente staan ingeschreven.

Watertoeristenbelasting

De watertoeristenbelasting is een vorm van toeristenbelasting die vooral in waterrijke gemeenten worden geheven. Het belastbaar feit is het verblijf op vaartuigen in het gemeentelijk belastinggebied. In de praktijk is de heffing van deze vorm van toeristenbelasting gekoppeld aan het innemen van een ligplaats.

Verblijf overdag

Hoewel de toeristenbelasting in de meeste verordeningen aan een verblijf ’s nachts is gekoppeld, is de nacht geen noodzakelijk vereiste. Het bekendste voorbeeld van toeristenbelasting voor verblijf overdag, is misschien wel de toeristenbelasting die bij het huren van een ligstoel op het strand wordt geheven.

Forensenbelasting

De gemeente kan forensenbelasting heffen van natuurlijke personen die meer dan 90 dagen in de gemeente verblijven zonder daar hun hoofdverblijf te hebben. Ook mensen die meer dan 90 dagen een gemeubileerde woning ter beschikking hebben zonder dat zij daar hun hoofdverblijf houden, vallen onder de forensenbelasting. Bij gemeubileerde woningen kan men denken aan tweede huizen, recreatiewoningen maar ook stacaravans of chalets. Bij een gemeubileerde woning is het niet vereist dat men er daadwerkelijk verblijft. Voldoende is dat men erover kan beschikken.

Wettelijke vrijstellingen forensenbelasting

De forensenbelasting kan niet van iedere persoon worden geheven die meer dan 90 dagen in de gemeente verblijft. De Gemeentewet schrijft voor dat de forensenbelasting niet te heffen is van:

  • verpleegden en verzorgden in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of bejaarden
  • degenen die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend orgaan, in de gemeente verblijven
  • degenen die door een last of bevel van de overheid buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

Veelgehoorde klachten

De toeristische heffingen, de toeristenbelasting in het bijzonder, leiden regelmatig tot protesten. De toeristische brancheorganisaties zeggen vaak dat de toeristenbelasting de gemeente minder aantrekkelijk maakt voor toeristen. Uit onderzoek blijkt overigens dat toeristen hun keuze voor een bestemming zelden laten bepalen door de hoogte van de toeristenbelasting.

De vrije besteding van de belastingopbrengsten is ook een veelgehoorde klacht. Men ziet daarbij vaak over het hoofd dat toeristische gemeenten extra investeringen moeten doen in de basisvoorzieningen (wegen, riolering, openbare orde en veiligheid) omdat deze ruimer moeten worden opgezet dan strikt noodzakelijk is voor de lokale gemeenschap zelf. Daarnaast investeren de gemeenten ook in voorzieningen die de recreatieve en toeristische aantrekkelijkheid van de gemeente op peil houden.

Wat regelt de wet?

De Gemeentewet schrijft voor de toeristische heffingen het belastbaar feit voor en een verplichte vrijstelling in de forensenbelasting. Bij de toeristenbelasting is het belastbaar feit het houden van verblijf binnen de gemeente door niet-ingezetenen. De forensenbelasting wordt geheven van natuurlijke personen die geen hoofdverblijf hebben in de gemeente, maar er wel meer dan negentig nachten ’s nachts verblijven of er meer dan negentig dagen een gemeubileerde woning tot hun beschikking hebben.

Keuzemogelijkheden gemeenteraad

Behalve het belastbaar feit en een verplichte vrijstelling in de forensenbelasting, kent de wet geen verdere aanwijzingen voor de heffing van de toeristische heffingen. De gemeenteraad heeft zodoende veel vrijheid bij de inrichting van de toeristenbelasting en de forensenbelasting, in het bijzonder bij de tariefstelling en tariefdifferentiatie.

Veelgebruikte tariefvormen

Bij toeristenbelasting:

  • een vast bedrag per overnachting
  • een percentage van overnachtingsprijs
  • een classificatiesysteem met sterren

Bij forensenbelasting::

  • een tarief gebaseerd op de WOZ-waarde, eventueel met een onderverdeling in waardeklassen
  • een tarief gebaseerd op de vloeroppervlakte en de beschikbare grond bij de woning
  • een vast tarief per woning

Meer informatie