VNG Magazine nummer 3, 4 maart 2022

Tekst: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Henriëtte Guest

Door capaciteitsgebrek is de politie minder zichtbaar. Gemeenten springen noodgedwongen in het gat door extra boa’s aan te nemen om toch te kunnen handhaven. Korpschef Henk van Essen ziet geen concurrentie ontstaan, maar zoekt vooral de samenwerking.
 

Henk van Essen

Zijn beginjaren bij de gemeentepolitie in Den Haag vormden het denken van Henk van Essen over de rol die de politie moet spelen in de samenleving. In 1979 begon de huidige korpschef van de politie aan zijn opleiding, in 1983 werd hij agent. Het toen net verschenen rapport Politie in Verandering betekende een koerswijziging: de politie zou voortaan tussen de burgers staan.
Van Essen: ‘We willen een politie zijn die dienstbaar is aan de samenleving. Dat gaat nog altijd goed, er is in de politie meer vertrouwen dan in andere instituties. Dat vind ik knap, want het is een moeilijke tijd. De politie is er uiteindelijk om de samenleving te beschermen. De wijkagent is daar het symbool van geworden.’

Het kan op dit moment echt niet allemaal tegelijk

Maar dat symbool staat onder druk. De politie kampt met een personeelstekort. Dit jaar zijn er 1400 agenten en rechercheurs te weinig. De verwachting is dat de bezetting in 2025 in balans is. Aan aspiranten op de opleiding is geen gebrek, maar het kost tijd om mensen op te leiden. Tot die tijd, zegt Van Essen, moeten er door het gezag – de burgemeester, officier van justitie en de politieleiding samen, ook wel de ‘driehoek’ genoemd – ‘scherpe keuzes’ gemaakt worden over de inzet van de schaarse politiecapaciteit.
Het personeelstekort diende zich al aan. De afgelopen tijd gingen veel agenten met pensioen. Het leidde tot een discussie met het ministerie. Van Essen: ‘Op de vraag of we meer mensen mochten werven voor de toekomst is om financiële reden “nee” geantwoord. Daar betalen we nu de prijs voor.’

Hoe hoog is die prijs?
‘Hoewel het aantal aspiranten toeneemt, hebben we een groot tekort aan volledig opgeleide mensen. Dat voelen de basisteams, die met de wijkagent de basispolitiezorg op zich nemen. Ten tweede zijn we door corona en het maatschappelijk ongenoegen elk weekeinde veel mensen kwijt aan het begeleiden van demonstraties. Ten derde vraagt de inzet op bewaken en beveiligen veel van onze mensen. Dat komt door het excessieve geweld door criminele bendes. Ik schat dat we ongeveer duizend mensen per dag daarvoor inzetten. Voor een groot deel komen die collega’s óók uit de basisteams. Dat gaat ten koste van onze aanwezigheid in de wijk en van onze preventieve taak. We willen in de wijk actief zijn, probleemgroepen aanpakken, opsporingstaken doen. Maar het kan op dit moment niet allemaal tegelijk. Het belangrijkste is dat de burger in nood erop moet kunnen rekenen dat de politie komt als hij 112 belt. Dus we moeten scherpe keuzes maken.’

Wat is het gevolg van die maatschappelijke onrust voor de politie?
‘Daar heb ik zorgen over. Corona heeft het maatschappelijk ongenoegen verder aangewakkerd, verdiept en verhard. Dat gaat veel verder dan alleen het coronatoegangsbewijs. Eronder ligt de vraag: vertrouwt de burger de overheid nog wel, en beschermt de overheid de burger nog wel voldoende? De gasproblematiek in Groningen en de toeslagenaffaire hebben ervoor gezorgd dat dat gevoel is afgenomen, net als het klimaatdebat en het woningtekort. Dan krijg je demonstraties. De politie is dan het eerste gezicht van de overheid. Wij hebben de afgelopen twee jaar vaker een demonstratie moeten begrenzen en geweld moeten gebruiken dan ons lief is. De agressie richtte zich ook direct tegen de politie. Het geweld in Rotterdam eind november was een van de dieptepunten. Wij hebben juist de intentie demonstraties mogelijk te maken. Mijn oproep is: zorg dat ook in het publieke en politieke debat de grenzen worden aangegeven.’

Hoe vaak moet u nee verkopen als een burgemeester vraagt om politie-inzet?
‘Dat vink ik niet af. Maar de discussie wordt op dit moment op het scherpst van de snede gevoerd door het lokaal gezag. Het wordt spannend: het evenementenseizoen komt er weer aan, de samenleving gaat weer open. Maar wij kunnen nu niet alles accommoderen.’

Corona heeft het maatschappelijk ongenoegen verder aangewakkerd, verdiept en verhard

Wat betekent dat voor de wijkagent?
‘We willen dat de wijkagent 80 procent van zijn tijd in de wijk is, maar dat lukt nu niet. Het gaat ten koste van onze informatiepositie. Preventie is belangrijk, de politie is niet alleen repressief. Veiligheid vergroten begint bij voorkomen. Een wijkagent die voorkomt dat er in een portiek wordt geürineerd door te zorgen dat de woningcorporatie het portiek afsluit, doet ook goed politiewerk. Maar helaas is daar niet altijd oog voor. Wat je voorkomt, kun je niet meten. Hoe zorg je er nou voor dat nieuwe jonge criminelen niet doorgroeien? Van wijkagenten verwacht je dat ze die signalen ontvangen. Maar als je minder in de wijk bent, word je later geconfronteerd met dingen die voorkomen hadden kunnen worden als er eerder was ingegrepen.’

Brabantse burgemeesters trokken onlangs aan de bel over het tekort aan wijkagenten.
‘Ik ken het signaal. De afspraak is dat er per vijfduizend inwoners gemiddeld één wijkagent moet zijn. Met 17 miljoen inwoners moeten we er dus ongeveer 3400 hebben. Die hebben we. Maar in sommige delen van het land hebben we één wijkagent op twee- of drieduizend, op andere plekken één op zeven- of achtduizend. Dat heeft ook te maken met de karakteristieken van het gebied. Op Prinsjesdag heeft de Tweede Kamer geld vrijgemaakt voor zevenhonderd extra agenten in de wijk. Daar ben ik blij mee, maar het duurt nog even voordat die mensen inzetbaar zijn. Ik hoop over twee of drie jaar zover te zijn.’

Nu de politie minder aanwezig is, zetten gemeenten vaker buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) in. Is dat concurrentie voor de politie?
‘We zijn partners met een gezamenlijke opgave. Als overheid moeten we zorgen dat een wijk schoon, heel en veilig is. Dat kan alleen als we goed samenwerken, niet alleen in tijden van schaarste. In de jaren negentig was ik verantwoordelijk voor de Haagse wijk Segbroek. Daar hebben we toen een handhavingsteam opgericht, met boa’s en wijkagenten. Die gingen samen de wijk in. Dan versterk je elkaar juist. Ik vond dat een prachtige vorm. Het team bestaat volgens mij nog steeds, maar wordt nu aangestuurd door de gemeente.’

U ziet de opkomst van de boa niet als een teken van wantrouwen? Gemeenten die zeggen: als de politie niet levert, dan doen wij het wel.
‘Dat hoor ik ook. Of dat er een nieuwe gemeentepolitie wordt gevormd. Dat het voortkomt uit de notie dat men vindt dat er te weinig politie is, snap ik wel. Maar wij moeten keuzes maken. Toen ik begon bij de gemeentepolitie schreven we nog parkeerboetes uit. Dat is bijna helemaal door de gemeente zelf overgenomen. Als er een handhavingsbehoefte is die niet door de politie kan worden ingevuld, dan is het prima dat dat op deze manier wordt aangevuld. Zolang er maar samenwerking en afstemming is, en eventueel regie vanuit de politie.’

Boa’s hebben niet alle bevoegdheden die agenten hebben. Waar ligt de grens?
‘De boa is een bijzonder opsporingsambtenaar en mag bepaalde strafbare gedragingen verbaliseren. Dat pakket is de afgelopen jaren uitgebreid. Door samen te werken, kun je het volledige palet bedienen. Boa’s zijn veel in de wijken, en daarmee kunnen ze ons helpen de informatievoorziening op peil te houden. Ik heb er begrip voor dat ze zich moeten kunnen verweren. Daarom doen we de pilots met de wapenstokken. Maar belangrijker is dat vooraf beter wordt gewogen in welke gevaarlijke situaties zij terecht kunnen komen. We moeten voorkomen dat boa’s mogelijk met geweld te maken krijgen. Dat kun je nooit helemaal voorkomen, maar het is vragen om gedoe als je boa’s bijvoorbeeld inzet in de nachtelijke uren van de horeca. Dan is het belangrijk om samen op te trekken met de politie. En ik hecht aan het geweldsmonopolie van de politie.’

Wie is... 

Henk van Essen is sinds 1 mei 2020 korpschef van de nationale politie. Hij begon bij de gemeentepolitie in Den Haag en was later onder meer hoofdcommissaris in Den Haag en plaatsvervangend korpschef van de politie.