VNG Magazine nummer 3, 4 maart 2022

Tekst: Leo Mudde | Beeld: Koen Verheijden/ANP

Bijna vijf jaar geleden, in maart 2017, ondertekenden negen gemeenten de Samenwerkingsovereenkomst voor Interventieteams. Inmiddels zijn dat er meer dan 150. De aanpak lijkt te werken, maar om deze duurzaam te maken is blijvende aandacht nodig.
 

Interventieteam Venlo

De gemeentelijke founding fathers – Apeldoorn, Capelle aan den IJssel, Eindhoven, Emmen, Gouda, Hoorn, Tilburg, Utrecht en Zwolle – namen met het plaatsen van hun handtekening het voortouw om de handhaving in het socialezekerheidsdomein meer integraal te benaderen. Zij wilden, in gewoon Nederlands, het misbruik van uitkeringen en toeslagen effectief aanpakken. 
Andere partners van het convenant waren de ministeries van Veiligheid en Justitie en Sociale Zaken en Werkgelegenheid, UWV, de Sociale Verzekeringsbank, de Belastingdienst, het Openbaar Ministerie en de politie.
Het middel waarvoor werd gekozen, was dat van de interventieteams. De partners werken daarin projectmatig samen wat zou moeten bijdragen tot meer duurzame oplossingen. Niet alleen op het gebied van uitkeringsfraude, maar bijvoorbeeld ook overtredingen van de arbeidswetgeving en daarmee samenhangende misstanden kunnen hiermee worden aangepakt, of problematiek op recreatieterreinen en een wijkgerichte aanpak van sociale en maatschappelijke problemen.
Voor de methode werd ook een afkorting bedacht: LSI, de Landelijke Stuurgroep Interventieteams. De stuurgroep ziet erop toe dat op een verantwoorde manier de privacygevoelige gegevens van de betrokken partijen worden gedeeld.

Compleet beeld

De methode heeft zich bewezen. Eind 2020 sloot Venlo zich als honderdste gemeente aan, sindsdien zijn er nog eens vijftig bijgekomen. De drempel is ook laag, want aan deelname zijn voor gemeenten geen kosten of verplichtingen verbonden. En wie meedoet, kan rekenen op steun van VNG Naleving.
Onder de vlag van LSI krijgt een gemeente die zich geconfronteerd ziet met een grote problematiek in het sociaal domein toegang tot informatie die, eenmaal bij elkaar gevoegd, een compleet beeld oplevert van problematiek in een wijk of op een adres. 
Een van de eerste acties in Venlo was een controle in de wijk Klingerberg. Naast de genoemde partners doet ook de Immigratie- en Naturalisatiedienst mee in het interventieteam. De opbrengst van die actie: een woning die illegaal was gesplitst in vier brandgevaarlijke appartementen, drie panden die volgens de administratie van de gemeente onbewoonbaar waren maar waar wél arbeidsmigranten woonden, een stel dat al vier jaar in Venlo woonde en door het uitzendbureau werd ontmoedigd zich in te laten schrijven, en een stel – met een kind – dat volgens de Basisregistratie Personen niet meer samenwoonde. ‘Dat had natuurlijk gevolgen voor de uitkeringen en toeslagen’, zegt beleidsadviseur Veiligheid Marjolein Verhoeff.
De drie onbewoonbare panden bleken van één eigenaar. Verhoeff: ‘Daarmee is dat interessante informatie voor het RIEC, het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum dat zich richt op ondermijning. Kijk, de LSI-aanpak is nadrukkelijk een bestuurlijke aanpak. Natuurlijk kun je van daaruit echt problemen aanpakken. Maar je kunt ook voorwerk doen voor een bredere, op het strafrecht georiënteerde ondermijningsaanpak.’

De kunst is om niet te verslappen en de focus te houden

Arbeidsmigranten

Dat Venlo voor zijn LSI-pilot koos voor de wijk Klingerberg is geen toeval. De leefbaarheid en veiligheidsbeleving staan er onder druk. Onterechte uitkeringen, veel illegale huisvesting van grote aantallen arbeidsmigranten, een fataal drugsincident – wethouder Sjors Peeters (VSP, Venlose Senioren Partij) schudt de voorbeelden uit zijn mouw. Hij vindt het nog te vroeg om LSI een succes te noemen. ‘We hebben ons in december 2020 aangemeld, maar zijn eigenlijk pas in september echt van start gegaan. Die eerste maanden moest eerst nog van alles worden geregeld op het gebied van gegevensdeling en zo. En toen kwam corona, dus we hebben nog maar drie acties gehad.’
De aanleiding om het convenant te ondertekenen was voor Venlo de problematiek met de arbeidsmigranten, zegt Peeters. ‘Daar wordt veel geld aan verdiend. En het gebeurt altijd in de sociaal zwakke wijken, precies de plekken waar de criminaliteit zich concentreert. Het een hangt met het ander samen, het is onmogelijk het los van elkaar te zien. Voor ons is de LSI-aanpak een zegen, omdat daarin alle partijen bij elkaar komen.’
Peeters was niet verrast door de problematiek waarmee hij werd geconfronteerd toen hij in 2018 aantrad. ‘Ik heb hiervoor 25 jaar als ambtenaar vooral op het gebied van overlast en leefbaarheid gewerkt, dus ik wist dat het bestond. Maar het is wel frustrerend dat het ons als overheid maar niet lukt om eerder in te grijpen. We moeten ons aan zoveel regeltjes houden en binnen structuren werken, dat we altijd achter de feiten aanlopen. Daar valt nog wel de nodige winst te behalen, LSI kan daaraan bijdragen.’

Focus houden

Maar, zegt hij, het succes staat of valt met een duurzame aanpak die verder gaat dan de looptijd van het convenant. ‘Het klinkt leuk, al die partners die samenwerken, maar hierna begint het pas. Een convenant zou alleen nodig moeten zijn als je het niet met elkaar eens bent. De kunst is om ook hierna niet te verslappen en de focus te houden. Vergelijk het met een gevaarlijk kruispunt: als er jaren niks gebeurt doe je er niets aan, tot er een dodelijk ongeval plaatsvindt. Als overheid zijn we het vertrouwen van de burger, die de overlast als eerste ervaart, kwijtgeraakt. Dat kunnen we alleen terugwinnen als we de meerwaarde van deze aanpak zien en eraan vasthouden. Het is echt een uitdaging voor mij, mijn opvolgers en de organisatie om scherp te blijven.’