Vanaf 1 januari 2024 gaat de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) stapsgewijs in werking. Deze wet regelt strenger bouwtoezicht en een betere aansprakelijkheidsregeling. Met als doel: minder gebreken bij (nieuwe) bouwwerken. Wat betekent dit voor u als gemeentemedewerker? In basis behoudt het bevoegd gezag haar rol als toezichthouder en handhaver. Maar welke taken er nu precies blijven, welke verdwijnen en welke er bijkomen, leest u in dit overzicht. 

 

Stap 1. 
Aanvraag omgevingsplan-
vergunning
 

Stap 2. 
Vooroverleg
met initiatiefnemer
 

Stap 3. 
Bouwmelding

 

Stap 4. 
Melding start bouwactiviteit
 


Onveranderd 
U registreert de aanvraag (vergunningplichtig of -vrij). 
En toetst het bouwplan (van rechtswege) aan het omgevingsplan, de welstand, omgevingsveiligheid en overig lokaal beleid. 
 

Nieuw 
U stemt eventuele vragen af met de betrokken initiatiefnemer(s) en kwaliteitsborger. Denk aan vragen over gevolgklasse (GK), instrumenten en het borgingsplan.
 

Nieuw
U beoordeelt de bouwmelding op volledigheid. U checkt of het gaat om een bouwwerk (GK1), of er een kwaliteitsborger is aangesteld, welke toegelaten instrumenten er zijn gebruikt en of er een borgingsplan inclusief risicobeoordeling is opgesteld. 
 

Onveranderd 
U registreert de melding en zet eventueel rooilijnen, peil en dergelijke uit.
 
  
Nieuw
Is de melding volledig? Dan registreert en publiceert u deze. Is de bouwmelding onvolledig? Dan maakt u dit kenbaar aan de melder (en is er juridisch geen melding gedaan). Eventueel neemt u informatie- en stopmomenten op.
 
 
  
Vervallen
De bouwtechnische toets van het bouwplan aan de voorschriften van het Bouwbesluit (GK1).
 
 

 

Stap 5. 
Gereedmelding

 

Stap 6. 
Toezicht en handhaving

 

Stap 7. 
Melding
start bouwactiviteit
 

 

Onveranderd 
Zodra u een gereedmelding ontvangt, registreert u deze. U levert de omgevingsvergunning op en geeft toestemming voor ingebruikname. Daarnaast zorgt u voor de verwerking van BAG en WOZ/OZB-registraties en de archivering.
 

Onveranderd
De reguliere toezichtstaken en álle handhavingstaken blijven bij het bevoegd gezag. Ook houdt u 
toezicht op de bouw volgens de vergunning omgevingsplan-activiteit. U houdt in de gaten of de uitvoering voldoet aan de bouwverordening, de welstand, het omgevingsplan en de omgevingsveiligheid. 
 

Nieuw
U beoordeelt de bouwmelding op volledigheid. U checkt of het gaat om een bouwwerk (GK1), of er een kwaliteitsborger is aangesteld, welke toegelaten instrumenten er zijn gebruikt en of er een borgingsplan inclusief risicobeoordeling is opgesteld.  
 

 


Nieuw
U controleert de ontvangen verklaring van de kwaliteitsborger en u beoordeelt en archiveert het dossier bevoegd gezag. Als er iets niet in orde is, kunt u de ingebruikname binnen 10 dagen tegenhouden en vervolgacties laten ondernemen.  
 

Nieuw
U houdt toezicht op informatie- en stop-momenten, op basis van risico’s. U zorgt mogelijk voor handhaving op de activiteiten als op basis van toezicht op omgevingsplan-activiteit strijdigheid met het BbI wordt geconstateerd. Ook beoordeelt u of er sprake is van gelijkwaardigheid. U doet mogelijk een handhaving(sverzoek) naar de initiatiefnemer, kwaliteitsborger of naar anderen of op eigen initiatief. U informeert de Toelatingsorganisatie Kwaliteit Bouw (TlokB) hierover in.
 

Nieuw
Is de melding volledig? Dan registreert en publiceert u deze. Is de bouwmelding onvolledig? Dan maakt u dit kenbaar aan de melder (en is er juridisch geen melding gedaan). Eventueel neemt u informatie- en stopmomenten op.
 
 
 
Vervallen
Het toezicht op de naleving van de bouwtechnische voorschriften uit het Bouwbesluit conform vergunning (GK1). 
 

Vervallen
De bouwtechnische toets van het bouwplan aan de voorschriften van het Bouwbesluit (GK1).
 
 ________________

 

De 5 belangrijkste veranderingen met de komst van de Wkb

  1. Onafhankelijke kwaliteitsborgers (controleurs) checken of een gebouw voldoet aan de wettelijke technische eisen. Dit doen zij tijdens het ontwerp en op de bouwplaats.
     
  2. De aannemer is verantwoordelijk voor de gevolgen van alle gebreken in de bouw die hij zelf veroorzaakt heeft. De opdrachtgever kan de aannemer dwingen om de fouten te repareren. Oók als de klant deze fouten pas na oplevering van het bouwwerk ontdekt.  
     
  3. De aannemer moet de opdrachtgever laten weten of en hoe hij zich heeft verzekerd tegen faillissement en risico's op schade en gebreken.  
     
  4. Opdrachtgever kunnen, net als in de huidige situatie, 5% van het bouwbedrag (aanneemsom) parkeren bij de notaris. Nu gaat dit bedrag automatisch naar de aannemer als het gebouw klaar is. Na invoering van de Wkb keert de notaris het geld pas aan de aannemer uit, wanneer de klant aangeeft dat alle gebreken zijn verholpen.  
     
  5. Wanneer de kwaliteitsborger of de gemeente een probleem ziet, kan de gemeente de bouw stilleggen.