Wethouders maken (on)kosten voor de uitoefening van hun wethouderschap. Vanaf de dag dat een wethouder zijn benoeming aanvaard heeft, ontvangt hij ongevraagd een vergoeding voor deze kosten. Voor deze kosten mag geen afzonderlijke declaratie meer worden ingediend. 

De vaste onkostenvergoeding is bedoeld voor de volgende kostencomponenten:

  • representatie
  • vakliteratuur
  • excursies
  • bureaukosten, porti
  • ontvangsten thuis
  • zakelijke giften

Deze kostencomponenten zijn niet uitputtend. Daarnaast zijn er ook nog andere kosten die ook voor eigen rekening moeten blijven. Voorbeelden zijn:

  • individuele consumpties buiten de werkplek (zoals koffie, thee, drankjes)
  • fooien in Nederland
  • verjaardagsgebak, attenties en cadeaus voor naaste collega’s
  • gelegenheidskleding, huur en reiniging van kleding, uitgaven voor persoonlijke verzorging
  • activiteiten van partijgenootschappelijke aard
  • abonnementen op kranten en tijdschriften en vakliteratuur die thuis worden ontvangen
  • representatieve aanpassingen aan de eigen woning en representatieve ontvangsten thuis

Zie ook de Handreiking integriteit van politieke ambtsdragers bij provincies, gemeenten en waterschappen (pdf, 427 kB) voor meer informatie over de werkwijze bij (on)kosten in het kader van het politieke ambt.

Verplichting

De maandelijkse onkostenvergoeding wordt als netto vergoeding uitgekeerd aan de wethouder. De wethouder kan de onkostenvergoeding niet weigeren. De gemeente is verplicht dit bedrag over te maken aan de wethouder.

De hoogte van de onkostenvergoeding is voor elke wethouder hetzelfde. Als het wethouderschap in de loop van het kalenderjaar eindigt, volgt uitbetaling over de maanden van het jaar dat de wethouder het ambt vervulde. Een wethouder die het ambt in deeltijd uitoefent ontvangt een vergoeding naar rato van zijn of haar vastgestelde tijdsbestedingsnorm.

Hoogte vergoeding

De hoogte van de vergoeding wordt elk jaar per 1 januari door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vastgesteld. De onkostenvergoedingen worden jaarlijks door BZK geïndexeerd. Het ministerie van BZK informeert elk jaar eind november de gemeenten via een circulaire over de wijzigingen in de onkostenvergoedingen.

Onkostenvergoeding bij zwangerschap of ziekte

De wethouder die verlof heeft wegens zwangerschap of ziekte, wordt gedurende deze periode naar evenredigheid uitbetaald (art. 3.2.6 Rpb).

Overgangsrecht: deze regeling mist overigens terugwerkende kracht en geldt niet voor wethouders die voor 3 augustus 2011 het ambt van wethouder uitoefenen in dezelfde gemeente.

Meer informatie

Wet- en regelgeving via wetten.nl/zoeken

  • Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers (artikel 3.2.6)
  • Gemeentewet (artikel 36)