Gemeenten willen na de Woontop van februari aan het werk om ‘harde planlocaties’ sneller te bebouwen en ‘zachte locaties’ hard te krijgen. Hierbij helpt de monitoring die we met de bouwsector overeengekomen zijn. Dat is een van de punten in onze inbreng voor het commissiedebat Woningbouwopgave en koopsector.

De VNG dringt erop aan dat het rijk ruimtelijke keuzes maakt op hoofdlijnen, zodat gemeenten verder kunnen met de woningbouw. De monitoring geeft daarbij inzicht in waar projecten staan, zodat we weten welke projecten voorrang moeten krijgen, waar het eventueel knelt en wie aan zet is. 

In onze inbreng voor het debat (pdf, 176 kB) benoemen we ook de volgende punten:

Bouwregelgeving met visie

De effecten van marktwerking en deregulering binnen de bouwregelgeving zijn te ver doorgeslagen. De VNG pleit ervoor om de bouwregelgeving meer met visie op te pakken en minder vanuit incidenten. Ook benadrukken we dat is afgesproken dat de VNG hierbij betrokken wordt.

Woningbouw kan niet zonder grond

We stippen nogmaals enkele punten aan uit ons position paper grond (pdf, 463 kB):

  • De complexe begrotings- en verantwoordingsregels voor het grondbeleid kunnen werkbaarder worden door de praktijk nadrukkelijker te betrekken bij het vaststellen van de regels.
  • Om de inbrengwaarde van grond te bepalen is het volgens de VNG nodig wetgeving op het gebied van taxatie, onteigening en kostenverhaal aan te passen.
  • De VNG pleit, net als de woningcorporaties, voor afschaffing van de vennootschapsbelasting op gemeentelijke grondexploitaties. 

Aanpassen van termijnen voorkeursrecht

Het instrument van voorkeursrecht moet worden aangepast om gemeenten voldoende tijd te geven tot een omgevingsplan te komen. Gemeenten hebben daarvoor meer tijd nodig door de complexer geworden bouwopgave en de invoering van de Omgevingswet.