Het akkoord op hoofdlijnen ‘Hoop, lef en trots’ biedt een goede basis voor het verdere gesprek met het nieuwe kabinet. Het betrekken van gemeenten bij de nadere uitwerking is nodig om zeker te kunnen zijn dat beleid uitvoerbaar is en het inwoners verder helpt. 

Samen werken aan uitvoerbare ambities

VNG-voorzitter Sharon Dijksma: ‘Ik feliciteer de vier partijen met het bereiken van een akkoord. Het is een belangrijke eerste stap, maar er is nog wel werk aan de winkel. 

De volgende stap is een nadere uitwerking van het akkoord. Voor gemeenten is de uitvoerbaarheid daarbij van groot belang. De grote uitdagingen die voor ons liggen vragen om daadkracht en saamhorigheid tussen overheden. Daarom reiken we het nieuwe kabinet de hand om samen aan een uitvoerbare uitwerking van de ambities te werken. Daarvoor is wel een realistische balans tussen taken en middelen noodzakelijk.’

Verwachtingen en vragen

Het akkoord zoals het nu voorligt wekt verwachtingen, maar roept ook vragen op. Het is belangrijk om snel duidelijkheid te krijgen over keuzes en consequenties. Zo zijn er vragen te stellen over de uitvoerbaarheid van de voorstellen over asiel- en migratie en zijn er zorgen over de effecten van die maatregelen op straat. Dit vergt aandacht.

Nader overleg over financiën

Gemeenten willen met het nieuwe kabinet samenwerken. Maar er is nog wel een financiële hobbel te nemen: de taken van gemeenten en de middelen die ze krijgen zijn nog onvoldoende in balans om de ambities waar te maken. Ook dit vergt nader overleg.

Zie ook

VNG-bericht 'Hoofdlijnenakkoord: wat betekent dit voor gemeenten?' (17 mei 2024)