Gemeenten worden geconfronteerd met hogere aantallen inburgeraars dan bij de invoering van de inburgeringswet (Wi2021) werd verwacht. Het rijk komt gemeenten niet tegemoet in de extra kosten die ze nu maken, ondanks eerdere afspraken. 

Gevolgen voor inburgeraars

Gemeenten moeten ongewenste keuzes maken, wat leidt tot een slechtere integratie van statushouders en draagvlak rondom de asielopgave. Als het rijk niet tegemoet komt aan de extra uitvoeringskosten die gemeenten maken voor het inburgeren van statushouders, dan:

  • ontstaan langere wachtlijsten
  • kan minder intensieve begeleiding geleverd worden
  • kunnen inburgeraars pas later starten met hun inburgeringstraject

Overbrugging tot 2026

Gemeenten zijn sinds de invoering van de inburgeringswet (Wi2021) in 2022 verantwoordelijk voor het inburgeren. Het ministerie van SZW start binnenkort een betaalbaarheidsonderzoek. Daarmee kunnen ze inschatten hoe de structureel passende financiering eruit komt te zien. Gemeenten ontvangen vanaf 2026 structureel passende financiering voor de uitvoering van de Wi2021. Een eerdere afspraak dat de Wi2021 uitvoerbaar en betaalbaar moet zijn is herbevestigd in ‘Bestuurlijke afspraken over de doorstroom migratie tussen de VNG, het Veiligheidsberaad, het IPO en het rijk’ op 26 augustus 2022.  

Vanwege de hoge aantallen inburgeraars vraagt de VNG om een overbrugging tot aan de structurele afspraken in 2026: We vragen het rijk om deze eerdere afspraak na te komen en gemeenten voor 2024 met € 60 miljoen, in 2025 met € 100 miljoen en ook in 2026 met € 100 miljoen tegemoet te komen. Dit is nodig bovenop de eerder gemaakte afspraken over een eenmalige bijdrage voor 2022, 2023 en 2024.

Ongewenste effecten

Het rijk is de afspraak dat hogere kosten leiden tot een bijstelling van het budget nog niet nagekomen. Ook niet na bespreking hiervan in een bestuurlijk overleg met de minister van SZW en aan de Landelijke Regietafel Migratie & Integratie. De VNG vindt dat teleurstellend.

Er ontstaat zowel voor de inburgeraars, gemeenten, als voor de samenleving een onwenselijke situatie. De inburgeringswet heeft tot doel om inburgeraars mee te laten doen in de samenleving, het liefst via betaald werk. Het leren van de taal in combinatie met participatie staat centraal zodat een inburgeraar zelfredzaam wordt en volwaardig mee kan doen in de maatschappij. Daarnaast is ook de kennismaking met Nederlandse kernwaarden en kennismaking met de arbeidsmarkt onderdeel hiervan. Een slechte integratie van statushouders zal ook leiden tot een verslechtering van het draagvlak rondom de asielopgave.