De VNG en andere instellingen zoals Raad voor de financiële verhoudingen en de Raad van State bepleiten al jaren een uitbreiding van het gemeentelijk belastinggebied.

In het meest recente regeerakkoord (december 2021) staat: 'Om een stabielere financiering voor de medeoverheden te realiseren en hun autonomie te vergroten, wordt in de komende jaren een nieuwe financieringssystematiek voor de periode na 2025 uitgewerkt, waarbij de mogelijkheid voor een groter eigen belastinggebied wordt betrokken. Daarbij worden ook alternatieven voor de OZB en MRB in de beschouwing betrokken. In de huidige kabinetsperiode zal de financiering van de medeoverheden grotendeels worden vormgegeven via de accres systematiek.'

Dit betekent dat er in ieder geval tot 2025 geen uitbreiding van het lokaal belastinggebied komt. 

Waarom uitbreiding van het gemeentelijk belastinggebied

  • Het zorgt voor meer ruimte om eigen keuzes te maken voor lokale prioriteiten. Nu bestaat minder dan 20% van de gemeentelijke inkomsten uit gemeentelijke belastingen en heffingen.
  • Het heffen van belasting vergroot de betrokkenheid van burgers met de gemeente als decentrale overheid.
  • Een eigen belastinggebied geeft de gemeenteraad de mogelijkheid verantwoording af te leggen over financiële keuzes en een buffer op te bouwen.
  • Het maakt gemeenten minder afhankelijk van het rijk. Meer dan 60% van de inkomsten van gemeenten komt nu uit het gemeentefonds. Deze financiële afhankelijkheid kan voor complicaties zorgen in de samenwerking met het rijk bij de aanpak van maatschappelijke opgaven. 

Verkenning verruiming lokaal belastinggebied 2026

Momenteel wordt tussen rijk en gemeenten gesproken over een nieuwe of aangepaste financieringssystematiek. De wens is om per 2026 tot een nieuwe wijze van bekostigen te komen, waarbij verruiming van het lokale belastinggebied een te onderzoeken onderdeel is. Het rapport ‘Bepalen betekent betalen’ (2015) beveelt een significante uitbreiding van het gemeentelijk belastinggebied aan. Het gaat daarbij om autonome keuzes, niet om het bekostigen van rijksdoeleinden. De auteurs van dit rapport Alexander Rinnooy Kan en Maarten Allers schreven op verzoek van de VNG in 2022 een notitie ter actualisering van de analyse, inclusief randvoorwaarden waaraan voldaan moet worden. De VNG zet zich hiervoor in. 

Randvoorwaarden

  • De financiële verhoudingen zijn op orde. Uitbreiding van het belastinggebied moet immers macrobudgettair neutraal en lost daarmee bestaande financiële tekorten van gemeenten niet op.
  • Geen verhoging vindt plaats van de totale lastendruk. Uitbreiding van de gemeentelijke belastingen is onlosmakelijk verbonden met een navenante verlaging van de rijksbelastingen (mogelijk gemaakt door een verkleining van het gemeentefonds).
  • Een groter belastinggebied is geen doel op zich, maar dient om de band tussen bepalen, betalen en verantwoorden te versterken.
  • Het moet gaan om een substantiële uitbreiding.
  • De horizontale, democratische verantwoording waarborgt verantwoorde heffing. Limitering van de opbrengsten via rijksregelgeving past daar niet bij.
  • Gemeenten beslissen zelf in welke mate ze welke lokale belasting gebruiken.
  • Voor de belastingbetaler is de herziening zo veel mogelijk inkomensneutraal. Koopkrachteffecten moeten waar mogelijk door het rijk worden geneutraliseerd.
  • Voor de belastingbetaler moet zichtbaar zijn dat er sprake is van een verschuiving en geen verhoging. Dit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van rijk en gemeenten.
  • Vereenvoudiging door afschaffen van kleinere heffingen is alleen mogelijk als er sprake is van aanvaardbare financiële gevolgen op gemeentelijk niveau.
  • De regeling is uitvoerbaar voor gemeenten.
  • Bij de verdeling van het gemeentefonds blijft verevening van belastingcapaciteit een van de uitgangspunten.

Meer informatie