Gemeenten spelen een cruciale rol in de bestrijding van dakloosheid, samen met bijvoorbeeld zorgpartijen en woningcorporaties. Lokale omstandigheden verschillen sterk. De bestrijding van dakloosheid in Amsterdam vraagt een andere aanpak dan die in Rozendaal. Tegelijkertijd kunnen gemeenten ook veel van elkaar leren. Als VNG willen we een platform zijn om die uitwisseling van kennis te faciliteren en gemeenten ondersteunen in de bestrijding van dakloosheid.

Dit doet de VNG

Bij het realiseren van de doelen van het Nationaal Actieplan: Eerst een Thuis pakt de VNG de rol die past bij haar verenigingsdoelen:

  1. Versterken van het netwerk van gemeenten
  2. Behartigen van belangen van gemeenten in landelijke trajecten
  3. Advisering aan gemeenten

Gemeenten zijn zelfstandig opererende overheden. Bij hun handelen houden ze via de wensen van hun gemeenteraad rekening met de belangen van hun burgers, zonder de ogen te sluiten voor de gerechtvaardigde belangen van andere partijen en gemeenten. Vanouds geloven we dat gemeenten hun rol beter kunnen spelen als ze samen optrekken, onderling kennis delen en weten wat er bij andere gemeenten speelt. Een sterk netwerk is daarbij cruciaal. Verder is het belangrijk dat de VNG in landelijke gesprekken (met het rijk, maar ook met andere partijen zoals aanbieders, cliënten en corporaties) het overzicht houdt en de belangen van gemeenten goed behartigt. Tenslotte kunnen gemeenten de VNG hierbij om advies vragen of zal de VNG gemeenten ongevraagd adviseren, als dat in het belang van de gezamenlijkheid is.

Dit doet het rijk

Het rijk is verantwoordelijk voor het stelsel en de bijbehorende wetgeving. Daarbij verwachten we als medeoverheden dat het rijk de rol en opdracht van gemeenten zoveel mogelijk respecteert. Gemeenten zijn geen uitvoeringsorgaan van het rijk. Wetten bepalen weliswaar het wat (de taken van gemeenten) maar gemeenten gaan zelf over het hoe (de manier waarop ze die taken uitvoeren). Zij nemen zelfstandig besluiten op grond van het democratische proces tussen het college van burgemeester en wethouders en de raad. Verder zorgt het rijk in ons systeem voor adequate financiering van de wettelijke opdrachten.

Regionale samenwerking

Veel taken kan een gemeente alleen maar goed uitvoeren als dat in onderlinge samenwerking met andere gemeenten gebeurt. Binnen de aanpak van dakloosheid zijn van oudsher regio’s aangewezen die verantwoordelijk zijn voor het beleid, de centrumgemeenten. Hier komen ook de financiële middelen terecht. Het beeld van dakloosheid als een ‘stedelijk’ probleem moet echter worden genuanceerd. Natuurlijk zijn de aantallen in de steden groter dan in de kleinere regiogemeenten maar samenwerking is niet mogelijk zonder de inzet van alle gemeenten. Juist op het vlak van preventie van dakloosheid en ook in het (terug) opvangen van mensen die uitstromen uit de Maatschappelijke Opvang speelt de hele regio een belangrijke rol. Dat vraagt om zelfbewuste gemeenten die snappen dat ze het probleem alleen samen kunnen oplossen.

Regionale plannen van aanpak

Bij regionale samenwerking horen regionale plannen van aanpak. Gemeenten hebben met het rijk afgesproken samen met relevante partijen regionale plannen op te stellen. Daarbij worden in ieder geval ervaringsdeskundigen, opvangorganisaties, woningcorporaties en de afdelingen Zorg, Inkomen en Wonen betrokken. De voortgang van die plannen wordt inzichtelijk gemaakt door middel van een dashboard.

Alle gemeenten maken woonzorgvisies, met onderbouwde regionale cijfers op basis waarvan woningen worden toegewezen, gebouwd, getransformeerd en/of aangekocht voor dakloze mensen (2023). Op basis van deze woonzorgvisies en de regionale aanpak dakloosheid komen regio’s stapsgewijs tot af- en ombouw van de opvang enerzijds en beschikbaarheid van woonplekken met begeleiding anderzijds.

Ambtelijk en Bestuurlijk netwerk

Er is een actief netwerk van ambtenaren en bestuurders die zich binnen de VNG verenigen rond dit thema. Alle regio’s zijn in dit netwerk vertegenwoordigd. Het netwerk is gericht op het bevorderen van samenwerking binnen regio’s en het bevorderen van eigenaarschap in het werken aan de aanpak dakloosheid:

  • Inspiratie (goede voorbeelden en lessons learned delen)
  • Leren van elkaar (intervisie)
  • Klankbord voor ontwikkeling landelijke ondersteunende producten

Dit is hetzelfde netwerk dat ook rond de transitie van Beschermd Wonen naar Beschermd Thuis bestaat. Zo levert bijvoorbeeld het dashboard input voor de gesprekken tussen regio’s in het netwerk. De VNG bereidt de bijeenkomsten van deze netwerken voor en benut de uitkomsten voor onze gesprekken met het rijk. De staatssecretaris sluit 2 keer per jaar aan bij het bestuurlijk netwerk om een beeld te krijgen van wat er speelt in het land.

Samenwerking met andere organisaties

De VNG werkt nauw samen met andere (maatschappelijke) organisaties, samen vormen we een coalitie tegen dakloosheid:

  • Aedes, namens alle woningcorporaties
  • De Nederlandse Ggz, namens aanbieders van geestelijke gezondheids- en verslavingszorg
  • Leger des Heils, als grootste aanbieder van maatschappelijke opvang
  • Movisie
  • Preventie Alliantie
  • Valente, namens aanbieders van ondersteuning en onderdak aan (dreigend) dakloze mensen
  • Divosa, de vereniging die zorgt voor kennis, netwerk en belangenbehartiging voor gemeentelijke directeuren en leidinggevenden in het sociaal domein