Hoe kunnen we in de toekomst wateroverlast en watertekort beter managen? Dat is de centrale vraag binnen het project SCOREwater van de gemeente Amersfoort. 

In het kader van het EU-project SCOREwater wordt een sensor in de grond geboord

Samen met 13 partners uit Barcelona en Göteborg werkt Amersfoort aan de toepassing van slimme technologieën voor effectief waterbeheer. De VNG ging in gesprek met Edwin Hubers (subsidiecoördinator) en Eric van Duijn (teammanager Leefomgeving) van de gemeente Amersfoort.

Hoe is het project SCOREwater ontstaan?

Hubers: ‘Amersfoort neemt deel aan het Smart City Programma van het Europese netwerk Open and Agile Smart Cities (OASC). Vanuit dit programma is het project ontstaan. Onze partners hebben we via via gevonden. Zo kwam een van onze collega’s tijdens een congres in contact met de Zweedse coördinator van SCOREwater van het onderzoeksinstituut IVL. In Zweden werd gewerkt aan het opstarten van projecten op het gebied van water en digitale innovatie. Tegelijkertijd waren zij in contact met de stad Barcelona, omdat men daar werkte aan de monitoring van het riool. 

Klimaatadaptatie was in 2017 een onderwerp waarmee we vooral nog aan het inventariseren en experimenteren waren. Wel was duidelijk dat we er in de komende jaren stevig mee aan de slag moesten. Er was toen nog geen apart budget. Voor ons één van de redenen om een aanvraag voor Europese subsidie in te dienen. We schreven een pre-proposal met 43 concurrerende voorstellen. Hiervan kwamen er 10 in aanmerking voor een full-proposal. Uiteindelijk bleek ons voorstel één van de vier gelukkigen te zijn die toegekend is. Het doel van het project SCOREwater is om met data en technologie te kijken hoe je beter grip kunt krijgen op het klimaatbestendig maken van de stad.’

Kunnen jullie een paar praktijkvoorbeelden geven?

Hubers: ‘We zijn onder andere bezig met de herinrichting van het Stationsgebied. Er komt meer groen om zo de entree van de stad publieksvriendelijker te maken, en om in warme perioden de hittestress in de hoogbouwomgeving te verminderen. Ook wil de gemeente wateroverlast na hevige regenval tegengaan met een ‘flood alarm’. Het beheer en efficiënt opslaan van water in dit gebied is tevens van belang voor de aanleg van de fietsenkelder, die onder het Stationsplein is gepland. Het tweede aandachtsgebied is de wijk Schothorst. Daar doen we met behulp van burgermetingen (zogenoemde citizen science) onderzoek naar bodemvocht. De inzichten die we hier opdoen worden gebruikt voor toekomstbestendige maatregelen om wijken klimaatbestendiger te maken.’ 

Wat is de status van het project? 

Van Duijn: ‘Het project is officieel in mei 2019 van start gegaan. De voorbereidingen zijn al eerder gestart, namelijk in december 2017 en het project zal eindigen in april 2023. SCOREwater bestaat uit verschillende onderdelen. ‘Het ‘flood alarm’, voor het voorspellen van wateroverlast, is inmiddels een werkend systeem en wordt nu toegepast in twee wijken van Amersfoort. We willen onderzoeken of het mogelijk is om het systeem ook in andere wijken te gebruiken. De samenwerking met het bewonersinitiatief MeetJeStad op het gebied van bodemvocht kwam door de coronacrisis wat moeizamer op gang. In eerste instantie hebben we een aantal professionele sensoren geplaatst, die we hebben laten functioneren als ijkmateriaal. De gedachte achter MeetJeStad is dat inwoners zelf de sensoren ontwikkelen, bedenken waar ze deze willen plaatsen en dan zelf meten. Dat is gelukt. De MeetJeStad’ers hebben inmiddels een aantal workshops georganiseerd waar mensen zelf hun eigen sensor in elkaar hebben gezet én in de hebben bodem geplaatst.

Deze zomer starten we bovendien met ‘thermal walks’. Daarmee doen we onderzoek naar de beleving van hitte. Een thermometer kan aangeven wanneer het bijvoorbeeld heel warm is, en er sprake is van hitte, maar alleen de temperatuur zegt niet genoeg. De beleving van hitte kan heel anders zijn. Daarover willen we graag de mening van onze inwoners horen. Samen met onze partners hebben we gekeken of we met een vragenlijst deze beleving op een goede manier in beeld kunnen brengen. Binnenkort gaan we met verschillende groepen inwoners door de stad lopen om de vragenlijst te verspreiden.

Verder zijn we ook bezig met digitale 3D visualisaties onder de noemer ‘digital twin’. Hiermee gaan we verschillende informatie en datastromen op een digitaal inzichtelijke manier bundelen.  Tegelijkertijd creëren we daarmee inzicht in de wisselwerking van verschillende systemen. Diverse collega’s hebben al een cursus gehad om dit verder vorm te geven en toe te passen.’

In het project SCOREwater werken jullie samen met steden en partners. Hoe hebben jullie deze samenwerking ervaren? 

Hubers: ‘Naast de samenwerking met de steden Barcelona en Göteborg, werken we ook samen met 3 projectpartners in Nederland. De eerste projectpartner is Civity uit Zeist. Zij maken het dataplatform en zorgen ervoor dat andere organisaties met de data kunnen werken. Onze tweede partner is HydroLogic uit Amersfoort. HydroLogic houdt zich onder meer bezig met kunstmatige intelligentie en heeft het ‘flood alarm’ gemaakt. Het eveneens in Amersfoort gevestigde Future City is ook een partner. Future City zorgt voor de kennisuitwisseling tussen bedrijven, overheden, technologieprofessionals en stedenbouwers. Ook verzorgen zij de Europese communicatie van het project. De persoonlijke dynamiek van mensen binnen deze organisaties heeft invloed op onze samenwerking. De inhoud verandert soms mee met de komst en het vertrek van mensen. Hier moet je continu rekening mee houden. De doelstelling van het project moet namelijk wel hetzelfde blijven. Tot slot werken we samen met inwoners van MeetJeStad. De intensieve samenwerking tussen inwoners en ambtenaren en het samen onderzoeken van de effecten van klimaatverandering levert naar beide kanten waardevolle inzichten en wederzijds begrip op.’

Van Duijn: ‘Iedereen heeft verschillende belangen. Het is zoeken naar de juiste invalshoeken, daar moet je scherp op zijn.’

Hebben jullie tijdens het project met andere gemeenten samengewerkt?

Hubers: ‘We hebben heel intensief met Barcelona en Göteborg samengewerkt. Hoewel beide steden werken aan hele andere dingen, zijn er gelijkenissen in dynamiek. Ook werken we samen met andere Nederlandse steden. In deze subsidieronde zijn 4 Europese projecten toegekend. Eén daarvan is in Amsterdam. In Amsterdam hebben we onder andere contact met Waternet. In de regio is er intensief contact met de provincie Utrecht over onder andere de pilot ‘digital twin’ en ook met de gemeente Utrecht is er regelmatig contact, omdat zij vergelijkbare vraagstukken hebben.’

Wat kunnen andere gemeenten van SCOREwater leren? 

Van Duijn: ‘Dat er nog veel te ontdekken en te verkennen is over hetgeen waar we mee bezig zijn, zoals bodemsensoren. Als je het hebt over klimaatbestendigheid dan weet je dat iedereen daarmee worstelt. Ook de digitale omgeving van de stad is een vraagstuk dat voor elke gemeente geldt. De relevantie van het gebruik van het ‘flood alarm’ is afhankelijk van het gebied. Ik hoop in ieder geval dat het Amersfoort gaat helpen om op een andere manier met water om te gaan. Wat betreft de ‘thermal walks’ hopen wij dat dit andere gemeenten inspireert om ook aan de slag te gaan. Als gemeente Amersfoort zijn we benieuwd naar de uitkomsten. Uiteindelijk is het niet de data zelf die waardevol is, maar het gebruik er van. Hoe meer partijen hieraan meedoen, en meedenken over de inzichten die we hieruit kunnen opdoen, hoe beter de uiteindelijke resultaten kunnen worden.’

Hubers: ‘Een inhoudelijke leerpunt is dat je als gemeente vaak druk bezig bent met al het werk dat er ligt. Een innovatieproject dwingt je om na te denken over nieuwe informatie, toepassingen en mogelijkheden. Dit project helpt ons om vanuit een nieuw perspectief naar onze opgaven te kijken. 

Wat betekent het voor Amersfoort dat jullie meedoen aan dit project?

Hubers: ‘Onder de naam LIVE-22 zijn we gestart met een spin-off project over de herinrichting van de openbare ruimte. Onze opgedane ervaringen hebben geholpen bij het opzetten van dit volgende project. Ook werken we in  het regionale ecosysteem Earth Valley nauw samen met ROM Regio Utrecht om beter te worden in innovatieprojecten.’

Van Duijn: ‘We willen ook verder met bodemvocht. Hoe kunnen we hier in de toekomst mee omgaan? Welke informatie ontbreekt nog, welke locaties willen we ook in beeld brengen? Daarnaast zouden we meer met de inzichten willen doen, zodat we betere keuzes kunnen maken over de inrichting van de openbare ruimte. Over bodemvocht is nog weinig informatie beschikbaar. Met Europese subsidie hebben we de mogelijkheid om hiermee de eerste stappen te zetten.’ 

Hoe ervaar je de toegevoegde waarde van de Europese Unie in dit project?

Hubers: ‘Dat zit deels in het leren van andere steden. In Barcelona zit bijvoorbeeld een onderzoeksinstelling die heel goed is in algoritmes; zij konden binnen het project samenwerken met het Amersfoortse bedrijf HydroLogic. Het toepassen van nieuwe technologie brengt altijd uitdagingen met zich mee, bijvoorbeeld als het gaat om het veranderen van processen of het enthousiasmeren van mensen. Deze inzichten delen we met elkaar. Het delen van kennis zal in de komende en laatste fase, als we gaan verkennen of we de producten en diensten die in de andere steden ontwikkeld zijn ook in Amersfoort toe willen passen (en andersom) nog meer gebeuren.’

Wat geeft jou de meeste energie in dit project?

Van Duijn: ‘Ik vind het altijd leuk om met vernieuwing bezig te zijn, dus dat geeft energie. Daarnaast vind ik het leuk om te ontdekken welke grenzen er zitten aan de mogelijkheden van nieuwe technologieën. Natuurlijk is het soms ook complex en dat maakt het interessant. Je bent echt aan het pionieren op sommige vlakken en aan het ontdekken met elkaar.’

Hubers: ‘Dat de samenwerking in de praktijk ook goed blijkt te werken. Dit is in het verleden weleens misgegaan door uiteenlopende belangen. Dat het met dit project goed is gegaan, is heel fijn om te zien.’

Lees meer