Voedselweigering

De functie chronische voedselweigering betreft kinderen vanaf 0 jaar die chronisch voedsel weigeren (sondevoeding/kunstmatige voedingsinname) tot extreem selectieve voedselweigering. Gevolgen hiervan zijn levensbedreigende ondervoeding, geestelijke en lichamelijke achterstand van het kind en afhankelijkheid van sondevoeding.

De kinderen hebben al een lang traject van diverse (para)medische, pedagogische en therapeutische behandelingen achter de rug. Zonder het gewenste resultaat. Chronische voedselweigering is de laatste mogelijkheid in de keten.

Via het SLIK programma (12-stappenplan) wordt geprobeerd de voedselweigering op te heffen, met volwaardige orale voedselinname (leren eten en slikken en met lepel eten) en verwijdering van de sonde als doel.  De angst voor de eetsituatie wordt weggenomen en het daarbij behorende verzet en het kind wordt beloond voor ieder gedrag dat wijst op het accepteren van voedsel via de mond.

Behandeling van chronische voedselweigering vindt plaats in meerdere intensieve 1 op 1 sessies per dag. Dit gebeurt op drie locaties (Malden, Maastricht en Haarzuilens). Buiten de sessies verblijven de kinderen in een groep op de behandelafdeling.


Onzindelijkheid

De functie onzindelijkheid betreft kinderen boven de 5 jaar. Het gaat om zowel kinderen met een normale intelligentie als met een verstandelijke beperking. Door de onzindelijkheid ontstaan problemen thuis en op school, waarbij het kind sociaal/emotioneel gedepriveerd wordt en een negatief zelfbeeld ontwikkelt.

De kinderen hebben al een lang traject van diverse (para)medische, pedagogische en therapeutische behandelingen achter de rug. Zonder het gewenste resultaat. Onzindelijkheid is de laatste mogelijkheid in de keten.

Via het 'Respons restrictie' wordt geprobeerd volledige zindelijkheid  op basis van zelfinitiatief, zindelijkheid op basis van klokzindelijkheid of het herstel van een normale stoelgang te bereiken. Dit wordt bereikt als incontinentie-materiaal niet meer nodig is. Een positieve benadering van het kind en een positieve sfeer rond het toiletgebeuren kenmerken de toilettraining.

Behandeling van onzindelijkheid vindt plaats in een intensief kort tijdsbestek van 4 tot 10 dagen in een individuele 1 op 1 inzet. De behandeling vindt plaats op het toilet waar het kind verblijft (thuis, dagcentrum of school) of in het behandelcentrum (nachtzindelijkheid) .