Antwoord:

De VNG krijgt vier keer per jaar informatie van de instellingen over de volumeontwikkeling per gemeente en zal dit monitoren. Omdat het vaak gaat om intramurale of klinische plaatsen die niet zomaar uit te breiden zijn, verwacht de VNG niet zomaar een volumestijging.

Daar komt bij dat een effect van de stelselherziening kan zijn dat regionale jeugdhulpaanbieders die niet onder de raamovereenkomst vallen minder snel naar landelijke derdelijns jeugdhulpaanbieders verwijzen.

Indien toch een ongewone volumestijging ontstaat zal de VNG dit nader onderzoeken, eventueel samen met de jeugdhulpaanbieder en de betreffende gemeenten.